dinsdag 3 april 2012

Wereldreis

Beste Lezers.

Wij hebben als thema Reizen.
Om ons hier zoveel mogelijk in te verdiepen,
zijn wij op zoveel mogelijk plaatsen geweest.
Hieronder vind u de foto's van afgelopen weken.
En natuurlijk de rest van onze verslagen.

Groetjes, Jennifer, Lorena en Ellen







Muziek les met de 5 domeinen

Muziek les in Afrika.

Inleiding:
Luisteren:
We gaan op reis naar Afrika. Voor in de klas staat een Djembé (ook op het smart board een plaatje van de Djembé).
Daarbij stellen we de volgende vragen.
Waar komt de Djembé vandaan? Hoe wordt de Djembé gemaakt? Hoe kun je verschillende klanken maken?

We laten een luistervoorbeeld horen. Wat hoor je in de muziek? Hoe hebben ze dat gespeeld? Wie heeft er wel eens een Djembé gezien? Wie heeft er wel eens op een Djembé gespeeld?

We laten nog een luistervoorbeeld horen. Hoor je de Djembé? Speelt die alleen? Wie weet wat de zware trom voor een trom is?

Kern:
We delen de werkbladen uit (werkblad ook op het smart board). We gaan de leerlingen vertellen dat ze in afrika veel zingen en muziek maken. Dit doen ze bij feestjes, op het werk, om te vragen om regen, bescherming tegen ziekten, maar ze hebben ook slaap liedjes net als hier in nederland.

Zingen, lezen, luisteren:
Vandaag gaan we een slaapliedje aanleren uit Afrika. We laten het slaapmuziekje horen en we schrijven de tekst van het liedje duidelijk en groot op het bord. En vertellen het eerst ritmisch voor, de leerlingen herhalen dit. We luisteren nog een keer naar het slaapliedje. Wat wordt er herhaald? En wat wordt er niet herhaald?
Eerst zingen de leerlingen alleen de schuingedrukte woorden mee. We laten even duidelijk zien welke woorden en schuingedrukt zijn zodat iedereen dezelfde tekst zingt en op de zelfde tijd. Dit herhalen we ongeveer 3 keer.
Nu gaan we 2 keer het hele lied zingen. De kinderen lezen mee op het smart-board. Als dit helemaal goed gaat verdelen we de klas in tweeën. We gaan het liedje in echo zingen, groep 2 zingt het schuingedrukte en groep 1 het niet schuingedrukte. De laatste regel zingen we met elkaar. Dit doen we twee keer daarna wisselen de groepen om van functie.

Muziek maken, lezen en noteren, luisteren:
We kijken naar opdracht 1a en 1b en gaan de ritmes klappen. Welk ritme hoort bij welk stukje tekst? We verdelen de groep in drieën. Groep 1 krijgt houten instrumenten, groep 2 krijgt metalen instrumenten en groep 3 krijgt vel instrumenten. We laten ze eerste even 1 minuut hun eigen muziek instrument proberen. We hebben van te voren afgesproken wanneer het licht uit en aan gaat stoppen en alles neerleggen.
We gaan de schuingedrukte woorden klappen met de mee. Is dat goed gelukt dan gaat we aan de slag met de instrumenten. We zetten het liedje twee keer aan (per keer komt het liedje twee keer voor, in totaal dus vier keer). De eerste keer speelt groep 1 de echo met de muziek insturmenten, de tweede keer speelt groep2 de echo met de muziek instrumenten, de derde keer speelt groep drie de echo met de muziek instrumenten en de laatste keer doen groep1,2 en 3 de echo. Dit herhalen we 2 keer.
We maken opdracht 2 in tweetallen.

We luisteren met de leerlingen naar een Djembé, de Djembé speelt een ritme en de leerlingen moeten het na doen. Eerst de houten instrumenten, daarna de metalen instrumenten, als volgt de vel instrumenten en tot slotte doen we het één keer met zijn alle.

Slot:
Bewegen op muziek:
We maken een dansje op het liedje Eje kalo. Eje: Rechter arm rechts omlaag, kalo: linker arm links omlaag (herhalen), kalo: draaien met de armen rechts voor de buik, sile: draaien met de armen links voor de buik, O O O O: Armen van laag zijwaart omhoog,  op de laatste O een klap, eje: pivit turn, kalo: pivit turn, Kalo-sile: armen over elkaar.

We beginnen met regel een aanleren met de cd en voordoen. We herhalen dit een paar keer tot dat het foutloos gaat. Daarna gaan we verder met regel 2. Ook deze herhalen we een aantal keer zodat ook deze foutloos gaat. We plakken de twee regels achter elkaar en we hebben een dans op het nummer.

Tot slot doen we de dans in echo. Verdeel de groep in tweeën. Eerst doet groep1 de echo en daarna groep 2. De laatste regel doen we tegelijk.



Werkblad:

vrijdag 30 maart 2012

Presentatie Reizen. Drama.

We hebben 15 verschillende korte stukjes verhaal eindigend in tableau.

Drama Les reizen groep 6

Drama les reizen.  Les voor groep 6.
Inleiding:
We spreken af met de kinderen dat als een van ons op de triangel slaat dat ze allemaal moeten gaan zitten en stil moeten zijn. Als inleiding gaan we vertellen van mimiek is (gezichtsuitdrukking). Dat mimiek en houding erg belangrijk zijn bij het toneelspelen. We laten verschillende mimieken zien op het smart board. De mimieken die we laten zien zijn op de plaatjes hieronder te zien. Wanneer iedereen weet wat verschillenden mimieken zijn gaan we beginnen met een kleine warming up.
Boos


Verliefd

Bang



Blij


Verdrietig

Geschrokken

Nadenken






Verbaasd
Eerst laten we de kinderen door de ruimte lopen. Een van ons verteld welke mimiek ze moeten uit beelden. Boos, blij, verdrietig, bang, geschrokken, verbaasd, verliefd, vrolijk en naadenken. Etc.
Daarna laten we de kinderen in een u vorm zitten. We delen aan iedere leerling een briefje uit waar ze nog niet op mogen kijken. Op het briefje staat een regel uit een liedje, er zijn 5 verschillende liedjes. Wanneer ieder kind een briefje heeft vertellen we dat ze mogen kijken op het briefje. Je gaat heel zachtjes de rest van je groepje zoeken met het zelfde liedje.
Nu hebben we 5 groepjes van 6.
Kern:
Opdracht1: Elk groepje krijgt een foto. Op elke foto staat iets van een ander land. Ze gaan deze foto uitbeelden. Precies hoe het op de foto staat. Daarbij moeten ze letten op houding en mimiek. We geven uitlegen over een tableau. Een levend schilderij of een bevroren toneel stuk.



Dit zijn de foto’s die de kinderen krijgen (elk groepje krijgt 1 foto).
  

Alle kinderen gaan oefenen , ze doen de foto na en kijken goed naar mimiek en houdingen.
Als we op de triangel slaan moeten ze stoppen en gaan zitten dat hebben we van te voren geoefend. We slaan u op de triangel alle kinderen stoppen en gaan zitten op de banken. Groepje 1 is aan de beurt om de foto uit te beelden. Bij elk groepje moeten de kinderen proberen te raden wat/welk land ze uitbeelden. Zo gaan we alle groepjes af. 
Opdracht 2: ze gaan verder met de zelfde foto. Nu verzinnen ze er iets bij. Namelijk: ze blijven niet in de bevriezing maar ze komen uit de bevriezing en verzinnen en er een klein toneel stukje achteraan. Hier hebben ze ongeveer 5 minuten voorbereidingstijd. Als we merken dat de meeste groepjes klaar zijn. Slaan we op de triangel en gaan ze zitten in de u vorm.
Elke groepje komt weer aan de beurt. Gaan in Tableau staan en wanneer een van ons klapt gaan ze uit de bevriezing. Word er dan weer geklapt ontstaat er een nieuw tableau. Zo komen alle groepen weer aan de beurt.
Nadat ieder groepje is geweest komen ze weer rustig zitten en krijgen ze de laatste opdracht.
Opdracht 3: Ze verzinnen een klein toneelstukje op wat er voorafgaand van de foto is gebeurd. Ze eindigen dus in tableau van de foto die ze gekregen hebben. ook hier een niet te lange voorbereidingstijd. Tijdens de toneelstukjes mag en gepraat worden. In tableau uiteraard niet meer.
We slaan weer op de triangel en alle leerlingen gaan weer zitten. Elk groepje komt aan de beurt.

Afsluiting:
We gaan nog wat korte vragen stellen over hoe ze gezichtsuitdrukkingen  ook wel noemt tijdens het toneel spelen. Wat is er heel belangrijk tijdens het toneel spelen? Hoe noemen we een stilstaand beeld/levend schilderij.
We gaan weer rustig terug naar het klas lokaal.



woensdag 29 februari 2012

Beeldend maken van 3D auto.

Figuurzagen 3D auto.

Inleiding:
Als inleiding laten we een filmpje zien van cars. Daarin zitten veel soorten verschillende auto's. 

Als de kinderen het filpmje hebben bekeken vragen we ze wat vragen. Wat voor kleur auto's heb je gezien? Zijn er verschillende vormen auto's? Welke auto zou jij graag willen hebben?
Als volgt laten we verschillende soorten foto's zien. Met de volgende plaatjes. We leggen daarbij vooral de nadruk op verschillende vormen.
 
 
 




 

Stap 1: De leerlingen krijgen een wit blad, ze ontwerpen een eigen auto. Aanwijzing: de wielen moeten een inham hebben en er moeten  halve rondjes zijn met ook een inham. Deze auto moeten ze uitknippen, precies op de lijnen. Wanneer deze uitgeknipt is leggen ze de papieren auto op het triplex (hout).


Stap 2: Teken de auto over op je hout.
Stap 3: Pak de figuurzaag en zaag de auto en de wielen langs de lijnen uit. Aandachtspunten: Laat de zaag het werk doen, duw niet te hard. maak kleine bewegingen met de zaag.
Stap 4: kijk of de wielen in de auto passen. Past het niet? zaag het een beetje bij. en probeer het nog een keer.

Stap 5: Maak met een schuurpapiertje de randen mooi glad door te schuren.

Stap 6: Verf de auto. Doe dit op jouw eigen manier

2D les. Ontwerp je eigen vervoer.

Opdracht tekenen groep 6
Inleiding:
We laten een filpmje zien met verschillende soorten vervoersmiddelen.


Welke vervoersmiddelen zag je in het filmpje?

Vandaag in de tekenles gaan we een tekening maken over: met fantasie vervoer op vakantie.
We laten eerst de kinderen in tweetallen bedenken welke vervoersmiddelen er allemaal zijn om op vakantie te gaan. En welke fantasie vervoersmiddelen er zijn.
De kinderen bespreken in hun tafelgroepje naar welk land ze op vakantie  zouden willen gaan en wat ze daar zouden willen gaan doen.
We laten de kinderen dus volledig zelf verzinnen welk vervoersmiddel en naar welk land ze zouden willen gaan. En met wat voor een soort vervoersmiddel ze dat zouden willen doen.

Kern:

Teken jouw vervoersmiddel! De kinderen tekenen met potlood op een a-4 formaat. 
Aandachtspunten: uit de tekening moet je kunnen halen of je naar een warm land gaat of koud land. Er moeten details te zien zijn van een land in het vervoersmiddel. bv. surfplank.
Kinderen werken individueel aan hun tekening.
Ze maken de tekening met kleurpotlood.
Afsluiting:
Kinderen bespreken in groepjes hun tekening. Waar ga je naar toe? Waarom heb je die kleuren gebruikt? Wat voor een soort vervoersmiddel is het? Hoe ben je aan de vormen gekomen?
We hangen de tekeningen achter in de klas op.

Acht kindertekeningen


Groep 1:
Krabbelstadium: krassen, beweging ,ritme , cirkelachtige vormen krassen, wanordelijke plaatsing.


Groep 2:
Pre-schematisch: krabbels, symbolen, lucht,  huis,  lijnen, eerste ordening


Groep 3:
Schematisch stadium: bovenkant onderkant, grondlijn, herhaling, eerste ordening

Groep 4:
Schematisch stadium: grondlijnen bovenkant onderkant , schrijfhelling, objectkleuren ordening.

Groep 5:
Schematisch stadium: ordening, boven, onderkant, haaks contrast,  Afzonderlijke plaatsing.


Groep 6:
Grondlijn, plattegrond, doorzichtigheid, terugkerende patronen .

Groep 7:
Grondlijn, plattegrond, doorzichtigheid, omklapping,  kleuren in codering, eigen interesse.

Groep 8:
Begin van realisme en pseudo realistisch stadium,  grondlijn, plattegrond, doorzichtigheid, afzonderlijke plaatsing, overlapping en afsnijding, kleuren in codering, ruimte goed suggereren, effect van overdrijving.